Voorbeelden van het gebruik van Dood in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Georgina moeten dood.
Ze is dood.
Fouten maken wordt je dood, Weinberg.
Ze is dood voor me.
Ga nu en dood de kampioenen van het Aarderijk, Bi-Han.
Ik was dicht bij de dood, en niet voor het eerst.
Geen dood, ziekte of verminking.
Geen excuses, geen onderhandelingen gijzelaar moet dood saumya.
Ze hoeven niet allemaal dood.
Sluit het af. Hij is dood.
Ik heb tegen hem gezegd dat hij misschien niet dood hoeft.
Als ik Emma Swan dood, word ik eindelijk een held.
Ze is niet dood, hè?
Maar vlak voor haar dood had Miss Simpson 't.
Mijn lichaam is een instrument van de dood.
Probeerde MI6 Bailey's dood te fingeren?
Nee, nee. Ik ga niet dood.
Heb jij enig idee wie hem dood had willen hebben?
hij hoorde dat Queenan dood was.
Ik was in een nieuwe stad. Dood.