GING - vertaling in Nederlands

• ging
• was
• liep
• vertrok
• wegging
• nam
• daalde
• is weggegaan
• voelde
• stapte
• weg

Voorbeelden van het gebruik van Ging in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Meine Mutter ging immer mit mir zum Leuchtturm in Biarritz.
Mijn moeder nam me vroeger mee naar de vuurtoren in Biarritz.

Ein Frosch ging eines Tages in eine Bank. Nein.
Een kikker liep op een dag een bank binnen. Nee.

Wohin ging es?
Waar ging dit heen?

Es ging mir nicht ums Geld.
Voor mij, was het niet om het geld.

Du? -Warum ging sie?
Waarom vertrok ze? Jij wel?

Als ich ging, war alles in Ordnung.
Toen ik wegging was alles in orde.

Nach seinem Tod ging das Interesse an Lachners Musik schnell zurück.
Na zijn dood daalde de interesse in Lachners muziek snel.

Dannys Mutter ging nach seiner Geburt.
De moeder van Danny is weggegaan nadat hij geboren was..

Meine Großmutter ging mit mir jeden Samstag in den Zoo.
M'n oma nam me elke zaterdag mee naar de dierentuin.

Und ich weiß, dir ging das auch so.
En dat voelde jij ook.

Aber ich ging an ihnen vorbei.
Maar ik liep ze voorbij.

Ich ging auf die andere Seite
Ik was aan de andere kant…

Wohin ging der?
Waar ging die heen?

Nein, sie ging, als ich ein Baby war.
Nee, ze vertrok toen ik een baby was.

Rosie einen Garten hat, bevor sie ging.
Rosie een tuin zou hebben voordat ze wegging.

Also ging ich rein.
Dus stapte ik naar binnen.

Die Produktionskapazität des Wirtschaftszweigs der Gemeinschaft ging im Bezugszeitraum um 7% zurück.
De productiecapaciteit van de EG-producenten daalde in de beoordelingsperiode met 7.

Sie ging gerade.
Ze is net weggegaan.

Ich ging nicht ran, weil ich traurig war, nicht böse.
Ik nam niet op omdat ik van streek was, niet boos.

So ging es mir.
Zo voelde het.