Voorbeelden van het gebruik van Nam in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik nam je in huis.
Ze nam de telefoon niet op.
Dus nam ik de zaak.
En dus nam hij mijn Johnny.
Nam ze… een van haar pillen?
Nam Sin-bae, verrader. Wat?
Na de gedachtewisseling nam de Raad de volgende conclusies aan.
En soms nam hij m'n moeder mee naar bed.
Hij nam de beslissing.
Badr nam hem mee.
Hij nam me mee surfen en kocht ijsjes voor me.
Ik nam het lichaam aan van een pastoor
Ik nam een lening voor m'n bedrijf.
Hij nam me naar veel plaatsen.
Commandant Nam So-ju is mijn vader.
De vulkanische activiteit nam toe gedurende de maanden april en mei.
De Eerste Kamer nam het wetsvoorstel aan op 7 juli 2015.
Hij nam een duik van ginds ergens.
Ik nam de verkeerde beslissing.
En Badr nam hem mee omdat hij onze gezichten zag.