GING DOEN - vertaling in Duits

tun würde
zullen doen
doen
werk zullen
van plan zijn
gaat gebeuren
zullen aandoen
macht
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
tun
doen
maken
aandoen
gebeuren
vorhatte
wilde
deed
plan was
bezig was
tun wollte
willen doen
gaan doen
willen aandoen
gedaan zouden
wilt maken
gaat doen , doe het
probeert te doen
vorhabe
ga doen
van plan ben
wil
gedaan heb
plannen heb
doen ben
vorhast
doet
wilt
denkt
plan bent
plannen hebt
probeert
bezig bent
versuchen würden
zullen proberen
gaan proberen
willen
zullen trachten
zullen pogen
proberen te doen
tun würdest
zullen doen
doen
werk zullen
van plan zijn
gaat gebeuren
zullen aandoen
machst
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
machen
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
tat
doen
maken
aandoen
gebeuren
tue
doen
maken
aandoen
gebeuren
tut
doen
maken
aandoen
gebeuren
tun wirst
zullen doen
doen
werk zullen
van plan zijn
gaat gebeuren
zullen aandoen
mache
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
tun werde
zullen doen
doen
werk zullen
van plan zijn
gaat gebeuren
zullen aandoen

Voorbeelden van het gebruik van Ging doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik wist niet wat je ermee ging doen, vrouw.
Ich wusste nicht, was du damit vorhast, Frau.
Ik had gehoopt dat hij dit ging doen.
Ich habe gehofft, dass er das macht.
ik wist niet wat ik ging doen.
ich wusste nicht, was ich tun soll.
Als ik wist dat je het ging doen, had ik het niet voorgesteld.
Wenn ich gewusst hätte, dass du es wirklich tun würdest, hätte ich es nicht vorgeschlagen.
Zei ze wat ze daarna ging doen?
Sagte sie, was sie nach der Arbeit tun wollte?
Ik vroeg hem wat hij daarmee ging doen.
Darum fragte ich ihn, was er damit vorhatte.
Ze wist niet wat Leyton ging doen.
Sie wusste nicht, was Leyton tun würde.
Ik was ongerust dat je iets stom ging doen.
Ich hatte Angst, dass ihr Blödsinn macht.
had ik geen idee wat ik ging doen.
wusste ich nicht, was ich tun soll.
vroeg ik wat je ging doen.
habe ich gefragt, was du vorhast.
Wat ging je doen?
Was machst du denn jetzt?
Ik heb je niet over de waarschuwing verteld omdat ik precies wist wat je ging doen.
Ich sagte nichts, weil ich wusste, was du tun würdest.
Hij maakte een lijstje met alles dat hij die dag ging doen.
Er machte eine Checkliste von jeder kleinen Sache, die er an diesem Tag tun wollte.
Ik wist niet zeker wat hij ging doen of wat dat was.
Und ich war mir nicht sicher, was er vorhatte oder was das war.
Ik dacht dat Charlotte dat ging doen.
Ich dachte, Charlotte macht das.
Ik wist niet wat hij ging doen.
Ich wusste nicht, was er tun würde.
Toen wist ik wat ik ging doen.
Da wusste ich, was ich tun musste.
Waarom zei je niet wat je ging doen?
Warum hast du mir nicht gesagt, was du vorhast?
Ik dacht dat jij dit ging doen.- Ik?
Ich dachte, du machst das. Ich?
Ik dacht dat je een aanzoek ging doen.
Ich dachte, du wolltest mir einen Antrag machen.
Uitslagen: 282, Tijd: 0.072

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits