WACH - vertaling in Nederlands

• wakker
• bijgekomen
• opgebleven
• alert
• ontwaakt
• klaarwakker
• ontwaken

Voorbeelden van het gebruik van Wach in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Kokain, das er genommen hat, während er wach war.
De coke die hij nam toen hij klaarwakker was.

Du bist wach.
Je bent bijgekomen.

Ich bin so lange wach geblieben wie ich konnte.
Ik ben zo lang mogelijk wakker gebleven.

Scheinen noch nicht wach zu sein.
De zondaars zijn nog niet ontwaakt.

Weder im traditionellen Sinn noch in der moderneren Bedeutung, was Verbundenheit und geistig wach sein bedeutet.
Ook niet in de modernere bijbetekenis van 'spiritueel ontwaken'.

Alex ist freundlich, wach, intelligent! ein guter Junge!
Alex is vriendelijk, alert, intelligent! De ene heet Alexander Heil, een brave jongen!

Warst du die ganze Nacht wach?
Ben je de hele nacht opgebleven?

Dank des feinen Schimmers wirken die Augen sofort wach und strahlend schön.
Dankzij de fijne glans zien de ogen er meteen klaarwakker, helder en mooi uit.

Er ist jetzt wach.
Hij is weer bijgekomen.

Sie ist wach.
Dat ze wakker is.

Du bist wach.
Dus je bent ontwaakt.

wird sie wahrscheinlich wach.
zal hoogst waarschijnlijk ontwaken.

So bleibe ich wach, voll drauf.
Daardoor blijf ik scherp en alert.

Dann war ich die ganze Nacht wach.
Dan ben ik de hele nacht opgebleven.

Ist er immer noch nicht wach?
Is hij nog niet bijgekomen?

Jemand war wach.
Iemand was klaarwakker.

Tut mir leid, ich bin wach.
Sorry, ik ben wakker.

Wir sorgen uns. Sie ist noch nicht wach.
We zijn bezorgd. Niet ontwaakt.

Sie müssen wach bleiben.
Je moet alert blijven.

Was? Ich habe… Ich war die ganze Nacht wach?
Wat? Ben ik… de hele nacht opgebleven?