Voorbeelden van het gebruik van Wen arbeitest in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Und für wen arbeitest du?
Für wen arbeitest du?
Maar voor wie werk je echt?Für wen arbeitest du?
Voor wie werk jij ook weer?Für wen arbeitest du wirklich?
Voor wie werk jij eigenlijk echt?Für wen arbeitest du zurzeit?
Voor wie werk je tegenwoordig?Also, für wen arbeitest du jetzt?
Dus voor wie werk je nu?Für wen arbeitest du?
Voor wie werk je eigenlijk?Für wen arbeitest du?
Voor wie werk jij eigenlijk?Und für wen arbeitest du?
Voor wie werk jij dan?Für wen arbeitest du also?
Voor wie werk je dan?Für wen arbeitest du?
Voor wie werk je Charlie?Für wen arbeitest du wirklich?
Voor wie werk je echt?Nein. Für wen arbeitest du?- Was?
Maar voor wie werk je echt?Für wen arbeitest du eigentlich?
Voor wie werk je eigenlijk?Für wen arbeitet ihr?
Voor wie werk je?Für wen arbeitet er dann?
Und für wen arbeiten Sie jetzt?
Voor wie werk je nu?Für wen arbeiten wir?
Voor wie werken we?Okay, für wen arbeitet sie?
Oké, voor wie werkt ze?Für wen arbeiten Sie? Crane?
Voor wie werk je, Crane?
