CHATEAU - vertaling in Nederlands

• chateau
• kasteel
• château

Voorbeelden van het gebruik van Chateau in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

She's in the chateau with Picard.
De Wachter is in het château met Picard.

He built a chateau.
Hij bouwde een chateau.

The chateau, I knew it. Monsieur?
Ik wist het. Het kasteel.

Lock them in the chateau.
Sluit ze op in het château.

I just opened the Chateau de Chassilier.
Ik opende net de Chateau de Chassilier.

The chateau, I knew it.
Ik wist het. Het kasteel.

Whomsoever this uniform fits shall go to the chateau.
Wie de uniformen past moet naar het Château.

We have a chateau there.
We hebben er een kasteel.

Chateau Chantelle. May I use your telephone?
Mag ik uw telefoon gebruiken?- Chateau Chantelle?

And a worthless picture from the chateau.
En een waardeloos schilderij van het Château.

An explosion. Close to your chateau, in fact.
Een explosie, in feite vlakbij je kasteel.

Happy hour at the Chateau.
Happy hour op het Chateau.

It comes from the fabled vineyards of the Chateau de Fontpinot.
Afkomstig van de wijngaarden van Château de Fontpinot.

An explosion. Close to your chateau.
Een explosie, vlakbij jouw kasteel.

I am the Ambassador for Chateau.
Ik ben de ambassadeur voor Chateau.

Chateau Baptiste. It's French merlot.
Het is Franse Merlot. Château Baptiste.

It was a chateau, yes.
Het was een kasteel, ja.

You mean this Medoc, a 1980 Chateau Pichon Lalande.
Je bedoelt deze Medoc, een 1980 Chateau Pichon Lalande.

It's a bottle of Chateau Baptiste'57.
Het is een fles Château Baptiste uit '57.

There is no chateau.
Er is geen kasteel.