GOES TO SCHOOL - vertaling in Nederlands

[gəʊz tə skuːl]
[gəʊz tə skuːl]
naar school gaat
go to school
attend school
go to college
to be in school
go to class
entering school
to school , go to school
go to schooland
studeert
study
college
school
university
moet naar school
have to go to school
have school
gotta go to school
have to get to school
gotta get to school
got to get to school
need this school
need to go to school
have got to go to school
naar school ging
go to school
attend school
go to college
to be in school
go to class
entering school
to school , go to school
go to schooland

Voorbeelden van het gebruik van Goes to school in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
He goes to school, he works hard.
Hij gaat naar school, hij werkt hard.
Anne Frank goes to school.
Anne Frank gaat naar school.
She goes to school under a fake last name.
Ze gaat naar school onder een valse familienaam.
When every child goes to school, no child is left behind.
Als alle kinderen naar school gaan, blijft er niet één achter.
Toni goes to school.
Toni gaat naar school.
The boy goes to school in rags.
De jongen gaat naar school in vodden.
He goes to school in Queens.
Hij gaat naar school in Queens.
Every last cent goes to school for you.
Iedere laatste cent gaat naar jouw school en medicijnen voor je moeder.
Everyone goes to school.
Want iedereen gaat naar school.
And she goes to school.
En ze gaat naar school.
She goes to school with a false last name.
Ze gaat naar school onder een valse familienaam.
But, Andy goes to school.
Maar, Andy gaat naar school.
She works, goes to school.
Ze werkt en gaat naar school.
A daughter? goes to school in Santa Barbara.
Een dochter? Ze is 19, en gaat naar school in Santa Barbara.
Out. She goes to school.
Weg. Ze gaat naar school.
But Lisa goes to school there.
Je zus gaat naar school.
First, the kid goes to school.
Ten eerste gaat hij naar school.
He goes to school across town.
Hij gaat naar school aan de andere kant van de stad.
After Min-ju goes to school, our great-aunts come over.
Nadat Min-ju naar school is, komt onze oudtante langs.
But if she stays, I stay, so… Lisa goes to school.
Als ze naar school gaat, moet ik ook.
Uitslagen: 188, Tijd: 0.0601

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands