HAD ONE - vertaling in Nederlands

[hæd wʌn]
[hæd wʌn]
had één
have one
got one
need one
had een
have one
got one
feature
took one
need one
boast
had er een
got one
have one
have got one
need one
caught one
had
got
did
kregen één
get one
have one
receive one
had nog
still have
have yet
have even
do have
need another
have only
still need
have less
still got
have got another
had 1
have 1
have 2
moest één
need one
got one
gehad
had
got
done
een heb gehad
was één

Voorbeelden van het gebruik van Had one in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I had one of these when I was a kid.
Ik had een van deze toen ik een kind was.
They had one son, George.
Zij kregen één zoon, Georges.
You had one last golden egg to give.
Je had nog een laatste gouden ei.
She had one good meal before she died.
Ze had één goede maaltijd voor ze stierf.
Our grandfather had one.
Onze grootvader had er een.
She said she had one.
Ze zei dat ze er een had.
Ivo had one big wish:
Ivo had 1 grote wens:
You had one thing to do, one thing.
Je moest één ding doen. Eén ding.
Shelby had one of the girls in possession.
Shelby had een van de meisjes in zijn bezit.
They had one daughter, Elisabeth.
Zij kregen één dochtertje, Elisabeth.
The High Priest had one ritual to perform there.
De Hogepriester had nog een ritueel te gaan.
I had one good boyfriend before Carl.
Ik had één goede vriend vóór Carl.
Molly had one when she was little. Rollabot?
Molly had er een toen ze klein was. Rollabot?
I haven't had one since… I can't remember.
Ik heb er geen gehad sinds… Ik weet het niet.
I wasn't aware she had one.
Ik wist niet dat ze er een had.
Furthermore, had one of the youths suffered from his back since he was ninth.
Verder had 1 van de jongeren last van z'n rug sinds z'n negende.
If I ever had one, I can't hear it right now.
Als ik ooit een heb gehad, dan kan ik ze niet horen.
He had one of the bottles.
Hij had een van de flessen.
They had one child together, but then divorced.
Zij kregen één kind, waarna ook zij scheidden.
Leo had one line.
Leo moest één zin zeggen.
Uitslagen: 1587, Tijd: 0.075

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands