Voorbeelden van het gebruik van Have to call you back in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
I have to call you back, baby.
Sorry, I-I'm gonna have to call you back.
Sorry, ik ga je terug moeten bellen.I-- i'm gonna have to call you back.
Ik… ik ga je moeten terugbellen.Lisbon, I have to call you back.
Lisbon, ik moet je terugbellen.Nick, we're gonna have to call you back.
Nick, we zullen je terug moeten bellen.Nicola, I will have to call you back.
Nicola, ik zal je moeten terugbellen.Lois, I have to call you back.
Lois, ik moet je terugbellen.I'm sorry. She will have to call you back.
Sorry, ze zal je terug moeten bellen.Marcus, I'm gonna have to call you back.
Marcus, ik zal je moeten terugbellen.Alicia, I have to call you back.
Alicia, Ik moet je terugbellen.Look, I will have to call you back.
Luister, ik zal je moeten terugbellen.but I will have to call you back.
maar ik zal je terug moeten bellen.Look, I have to call you back.
Goed, ik moet je terugbellen.Now! I'm gonna have to call you back.
Nu. Ik ga je moeten terugbellen.Neil, I'm gonna have to call you back.
Neil, ik zal je terug moeten bellen.Mother. I have to call you back.
Moeder, ik moet je terugbellen.Look, I'm just gonna have to call you back.
Luister, ik zal je terug moeten bellen.No… Mrs. Bateman, I'm gonna have to call you back.
Mrs. Bateman, ik ga je moeten terugbellen.Walter, I have to call you back.
Walter, ik moet je terugbellen.Look, I'm just gonna have to call you back.
Luister, ik ga je moeten terugbellen.
