Voorbeelden van het gebruik van I'm gonna have to call you back in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Noelle, I'm sorry, I'm gonna have to call you back.
Noelle, sorry. Ik moet je terugbellen.I'm gonna have to call you back.
Ik zal je moeten terugbellen.Baby, I'm gonna have to call you back.
Baby, ik ga je moeten terugbellen.I'm gonna have to call you back.
Ik bel je nog wel.Yeah, I'm gonna have to call you back.
Ja, ik zal u terug moeten bellen.Sir, I'm gonna have to call you back.
Meneer, ik moet je terug bellen.Sir, I'm gonna have to call you back.
Meneer, ik zal u terug moeten bellen.I'm gonna have to call you back, Counselor.
Ik zal u moeten terugbellen, raadsheer.I'm gonna have to call you back.
Ik zal u terug moeten bellen.I'm gonna have to call you back.
Ik moet u terugbellen.I'm gonna have to call you back, okay?
Ik ga je moeten terugbellen, oké?Sorry. I'm gonna have to call you back.
Sorry, ik moet u terugbellen.I'm gonna have to call you back.
Ik moet je terug bellen.I'm gonna have to call you back in a minute. All right?
Ik bel je nog wel terug, oké?I'm gonna have to call you back.
Ik ga je moeten terugbellen.I-- i'm gonna have to call you back.
Ik… ik ga je moeten terugbellen.Sorry, ik moet u terugbellen.Doc, I'm gonna have to call you back. Uh, take a seat.
Doc, ik moet terugbellen. Neem plaats.I'm gonna have to call you back, Madam Secretary.
Ik moet u terugbellen, minister.Now! I'm gonna have to call you back.
Nu. Ik ga je moeten terugbellen.
