I CAN'T COMPETE - vertaling in Nederlands

• ik kan niet concurreren
• ik kan niet wedijveren

Voorbeelden van het gebruik van I can't compete in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

I can't compete with younger women.
Ik kan niet op tegen jongere vrouwen.

I can't compete with this, so… Okay, well, I..
Hier kan ik niet tegenop.

I can't compete with you two.
Ik kan niet aan jullie tippen.

But it's also not,'cause like I said before, I can't compete.
Maar ook weer niet, omdat ik niet kan concurreren.

I see. I can't compete.
Ja, maar daar kan ik niet tegenop.

That's awesome… I can't compete with that.
Dat is geweldig… daar kan ik niet tegen op.

And I can't compete with a police beat-down to guilt him into staying, can I?.
En ik kan niet concurreren met een pak slaag van de politie om hem 'n schuldig gevoel te geven… om te blijven, toch?

I can't compete with a phantom, and if can't have you, well, he's not gonna have you either.
Ik kan niet concurreren met een fantoom, en als ik je niet kan hebben, gaat hij jou ook niet hebben.

I can't compete with the big boys,
Ik kan niet concurreren met de grote jongens

I can't compete against that mane, and the way you shook it out for her earlier.
Ik kan niet concurreren met jouw kapsel en hoe je het net schudde.

And I'm trying to win her back, but I can't compete with that youthful energy.
En ik probeer haar terug te winnen, maar ik kan niet concurreren met die jeugdige energie.

I also know enough to recognize when I can't compete, so… I'm out.
Ik weet ook dat ik niet kan concurreren, dus… ik stop ermee.

I can't compete anymore, they say. I don't grasp modern technique.
Ik zou niet meer kunnen concurreren, ik zou de techniek niet machtig zijn.

Sergio… I can't compete with the conditions that Godó Banking has offered you.
Ik kan niet op tegen de voorwaarden die Godó Banking je heeft geboden. Sergio.

Everybody wants the big jobs with the big papers in the big cities, and I can't compete.
Men wil werken bij een grote krant in de grote stad. Daar kan ik niet tegenop.

I can't compete with a dead man,
Ik kan niet concurreren met een dode, maar als je denkt

I can't compete with kids my age who have money and status"to help them succeed, but I can compete on sheer will"and determination because that can't be bought.
Ik kan niet op tegen jongeren, die geld en status hebben… om hen verder te helpen, maar ik kan concurreren… op wilskracht en vastberadenheid, omdat dat niet kan worden gekocht,… niet kan worden doorgegeven.

And I can not compete with you Jolene.
En ik kan niet concurreren met je Jolene.

I cannot compete with a ghost.
Ik kan niet concurreren met een geest.

I wanted to be enough for you, but I could not compete with.
Ik wilde genoeg voor je zijn, maar ik kan niet wedijveren met.