ONLY GET ONE - vertaling in Nederlands

['əʊnli get wʌn]
['əʊnli get wʌn]
krijgen maar één
only get one
only have one
hebben maar één
only have one
only got one
have just one
have but one
took only one
krijgt maar één
only get one
only have one
hebt maar één
only have one
only got one
have just one
have but one
took only one
mag maar één
krijgt slechts één
receive only one
only get one
er maar één
just one
there only one
there's only one
only got one
there was just one
krijgen er maar een
hebt maar 1
only have 1
have but one
krijg maar één
only get one
only have one
heb maar één
only have one
only got one
have just one
have but one
took only one
maar één krijgen
only get one
only have one

Voorbeelden van het gebruik van Only get one in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
But we may only get one shot at this.
Maar we krijgen maar één kans.
You only get one chance.
Je hebt maar één kans.
Because you only get one shot in interrogation.
Want je krijgt maar één kans in ondervraging.
We only get one chancea month.
We hebben maar één kans per maand.
We only get one bite to impress the judges.
We krijgen maar één kans om de jury te overtuigen.
You only get one father.
Je hebt maar één vader.
Sweetheart, you only get one shot at these exams.
Lieverd, je krijgt maar één kans bij deze examens.
We may only get one shot at this, bud.
We hebben maar één kans om hem te raken, vriend.
But we only get one chance at this.
Maar we krijgen maar één kans hiervoor.
I only get one extra ticket.
Ik krijg maar één extra kaartje.
You only get one shot at this.
Je hebt maar één kans.
But you only get one wish.
Maar je krijgt maar één wens.
No. I only get one shot at this.
Nee, ik heb maar één kans.
Guys only get one kind of issue.
Mannen hebben maar één probleem.
I only get one Saturday morning per week.
Ik krijg maar één zaterdagochtend in de week.
We may only get one chance at this.
We krijgen maar één kans.
You only get one family. Go.
Je hebt maar één familie. Ga.
You only get one chance to do this right!
Je krijgt maar één kans om het goed te doen!
I only get one set of days.
Ik heb maar één rijtje dagen.
We only get one shot at this.
We hebben maar één kans.
Uitslagen: 241, Tijd: 0.0726

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands