SHE THINKS - vertaling in Nederlands

[ʃiː θiŋks]
[ʃiː θiŋks]
ze denkt
they think
they believe
they feel
they reckon
they figure
they assume
they suspect
they expect
ze vindt
find them
they think
they like
they love
they feel
they believe
locate them
they say
they consider
ze gelooft
they believe
they think
they're buying
they believethat
beliefs
they have faith
volgens haar
according to her
she said
according to its
she thinks
she believes
in its view
in its opinion
she claims
by her
she feels
ze ziet
they see
they look
show them
watch them
they think
they saw
they view
they regard
they can
they perceive
ze dacht
they think
they believe
they feel
they reckon
they figure
they assume
they suspect
they expect
ze denk
they think
they believe
they feel
they reckon
they figure
they assume
they suspect
they expect
ze vind
find them
they think
they like
they love
they feel
they believe
locate them
they say
they consider
ze denken
they think
they believe
they feel
they reckon
they figure
they assume
they suspect
they expect
ze vond
find them
they think
they like
they love
they feel
they believe
locate them
they say
they consider

Voorbeelden van het gebruik van She thinks in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
She thinks it has to be learned. Learning.
Ze gelooft dat men moet leren. Leren.
She thinks I drink too much wine.
Ze vindt dat ik te veel wijn drink.
She thinks I'm Ted.- You are?
Ze denkt dat ik Ted ben?
She thinks I'm fat
Ze vind dat ik dik en lelijk ben
GIGGLES- She thinks I said something to Tom.
Ze denk dat ik iets tegen Tom heb gezegd.
She thinks I'm a postman.
Ze dacht zeker dat ik de postbode was.
She thinks somebody's killing firemen.
Volgens haar vermoordt iemand brandweerlui.
She thinks you're a man.
Ze ziet je als een man.
She thinks it has to be a word. Learning?
Ze gelooft dat men moet leren. Leren?
Are silly. She thinks other dogs.
Ze vindt andere honden dwaas.
She thinks he's sleeping with Gia Matteo.
Ze denkt dat hij met Gia Matteo slaapt.
She thinks we're nuts.
Ze denk dat we gek zijn.
She thinks that Taiwan has all the characteristics of an independent state.
Ze vind dat Taiwan alle karaktereigenschappen van een zelfstandige staat heeft.
She thinks I did this to you. Get up!
Ze denken dat ik het heb gedaan!
She thinks that she saw him here with you yesterday.
Ze dacht dat ze hem gister bij jullie zag.
She thinks you would be a useful addition to the choir.
Volgens haar zou je 'n aanwinst zijn voor 't koor.
She thinks of me as a housewife.
Ze ziet me als een huisvrouw.
Learning? A book? She thinks it has to be a word.
Ze gelooft dat men moet leren. Leren.
She thinks we should talk.
Ze vindt dat we moeten praten.
She thinks I'm her mother.
Ze denkt dat ik haar moeder ben.
Uitslagen: 5518, Tijd: 0.0864

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands