TO GET YOU HOME - vertaling in Nederlands

[tə get juː həʊm]
[tə get juː həʊm]
om je thuis te krijgen
to get you home
je naar huis brengen
take you home
get you home
bring you home
drive you home
je thuiskomt
you come home
you come
om naar huis te gaan
to go home
to get home
to come home
to head home
je naar huis krijgen
to get you home
om jullie naar huis te krijgen

Voorbeelden van het gebruik van To get you home in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
We have got to get you home!
We moeten jou thuis krijgen.
She's pretending to get you home again. Don't listen.
Ze doen alsof ze redelijk om je op weg naar huis. Niet luisteren.
We got to get you home.
We moeten je thuis krijgen.
Everyone's working very hard to get you home.
Iedereen werkt er hard aan om je naar huis te krijgen.
And that's to get you home again.
En dat is om je te laten naar huis brengen.
I want to get you home.
Ik wil dat je weer naar huis kunt.
I'm trying to get you home.
Ik probeer je naar huis te brengen.
The main thing is we're trying to get you home in one piece.
We proberen je thuis te krijgen in één stuk.
That should be enough to get you home to Indiana for Christmas.
Dat zou genoeg moeten zijn om u thuis te krijgen in Indiana tegen kerstmis.
Time to get you home Safe.
Tijd om naar huis te gaan. Veilig.
We have got to get you home!
We moeten je thuis krijgen!
until we can figure out a way to get you home.
we weten hoe we je thuis krijgen.
We may have figured out a way to get you home.
We hebben misschien een manier gevonden, om jullie thuis te krijgen.
Everyone's working very hard to get you home.
Iedereen werkt er hard aan, je thuis te krijgen.
It's enough… enough to get you home.
Het is genoeg… genoeg om je naar huis te krijgen.
Gleefully Now to get you home.
Opgewekt Nu eens zien je thuis te krijgen.
Todd, we got to get you home.
Todd, we moeten terug naar huis.
I said I'was going to get you home.
Ik zei dat ik je thuis zou krijgen.
Didn't I tell you I was going to get you home?
Ik zei dat ik je thuis zou krijgen.
Hang on, Captain… I am going to get you home.
Hou vol, kapitein… ik zorg ervoor dat u thuiskomt.
Uitslagen: 71, Tijd: 0.0695

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands