Voorbeelden van het gebruik van Where are you gonna go in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
When? Now. Where are you gonna go?
Waar ga je naar toe?- Nu. Wanneer?Where are you gonna go? When? Now?
Now. When? Where are you gonna go?
Waar ga je naar toe?- Nu. Wanneer?Now. When? Where are you gonna go?
Wanneer?- Nu. Waar ga je naar toe?When? Now. Where are you gonna go?
Wanneer?- Nu. Waar ga je naar toe?So where are you gonna go?
En waar ga je naar toe?Yeah… I… Where are you gonna go?
Waar ga jij heen? ik… ja?You're crazy. Where are you gonna go?
Where are you gonna go, Joanne?
Waar ga je heengaan Joanne?Where are you gonna go if you get away?
Waar ga je naartoe als Where are you gonna go on this vacation?
Waar ga je op vakantie?Where are you gonna go, Bob? Look, Bob!
Kijk, Bob! Waar ga je naartoe, Bob?Look, Bob! Where are you gonna go, Bob?
Kijk, Bob! Waar ga je naartoe, Bob?Where are you gonna go?
Waar ga je naartoe gaan?Where are you gonna go?
Waar ga je dan wonen?Where are you gonna go from here?
Where are you gonna go to the bathroom?
En waar ga je naar de wc?Penny, where are you gonna go?
Penny, waar ga je naar toe?Where are you gonna go? All right.
Waar gaan jullie heen? Alles wat ik heb.Where are you gonna go?
Waar zou je heen willen?
