Voorbeelden van het gebruik van You can't go home in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
You can't go home.
U kunt niet naar huis.You can't go home.
Jij kunt niet naar huis.But you can't go home.
Maar jullie kunnen niet naar huis.You can't go home.
Anders kunnen we niet naar huis.You can't go home.
Dan kunnen we niet naar huis gaan.But you can't go home, and it's so far away.
Maar je kunt niet naar huis, en het is zo ver weg.But then you can't go home.
Maar dan kun je niet naar huis terugkeren.I gotta… You can't go home.
Je kan niet naar huis.Family? You can't go home.
Familie? Je kunt niet naar huis.For God's sake, you can't go home.
U kunt niet naar huis gaan. In Godsnaam.For God's sake, you can't go home.- Stay away from me.
U kunt niet naar huis gaan. In Godsnaam.You can't go home.
Je mag niet naar huis gaan.Maybe there's a reason you can't go home.
Misschien is er een reden dat je niet naar huis kunt.Now you don't want to stay here, but you can't go home.
There's no rule saying you can't go home.
Er staat nergens dat je niet terug kunt.When you're on holiday in the Czech Republic you can't go home before you have taken a kayak trip on the Moldau, or Vltava in Czech.
Wanneer Panting I told you, you can't go home. You're having the baby.
Ik zei toch al dat je niet naar huis kunt, je gaat bevallen.That's why you can't go home just because you finish early.
Dat is de reden waarom je niet naar huis kunt, als Look how much we have grown♪♪ I knew we could do this♪♪ Who says you can't go home?
ª Kijk hoeveel we zijn gegroeid ⪠⪠Ik wist dat we dit konden ⪠⪠Wie zegt dat je niet naar huis kan?
