Voorbeelden van het gebruik van Cuisines in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Tant que tu cuisines et fais le ménage.
Tu cuisines dans ce minuscule studio?
La nouveauté, c'est que tu cuisines.
Qu'est-ce que tu cuisines?
Wat ben je aan het koken?Tu cuisines pour quelqu'un?
Kook jij voor iemand?Ok, faisons un compromis-- tu cuisines.
Goed, een compromis. Jij kookt.Tu cuisines si bien.
Ik weet dat je goed kunt koken.tu t'occupes des enfants et tu cuisines!
deelt de zorg voor de kinderen en je kookt zelfs!J'en reviens pas, que tu cuisines.
Ik wist nooit dat je kon koken.J'espère que tu cuisines un bon truc.
Ik hoop dat je wat lekkers kookt.Ça alors! Tu cuisines?
Ben je aan het koken?Quand tu cuisines.
Altijd als je kookt.Tu cuisines?
Kun jij koken?C'est toi qui cuisines des choux de Bruxelles et des brocolis.
Jij bent degene die altijd Brusselse spruiten en broccoli kookt.Et ok, je ne cuisines pas vraiment tant que ça.
En oke, ik denk niet echt koken zo veel.Tu perds, car tu cuisines avec ton cerveau.
Je hebt verloren omdat je met je hoofd kookt.Tu cuisines, maintenant?
Kun je nu ineens koken?J'espère que tu cuisines mieux que tu danses!
Ik hoop dat je beter kookt dan danst!Tu cuisines?
Kan jij koken?Depuis quand tu cuisines?
Sinds wanneer kun jij koken?
