Voorbeelden van het gebruik van Kook in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik kook beroerd en de airco hapert nogal.
Kook de aardappel en het ei
Kook de taart 50 minuten op Halfhoog.
Voor wie kook je?
Ik kook lekker met jou alleen.
Kook hem en geef het aan moeder.
Kook het water eerst op tot een temperatuur van ongeveer 90 ℃.
Voeg de cascaritas en kook tot tiernizar.
Ik kook zelf wel.
Wat voor roadkill kook je daar?
Ik kook graag uitgebreide gerechten.
Lk kook en ik kaart wat.
Kook de noedels volgens de instructies op de verpakking.
Voeg de groenten en kook gaar.
Ik kook nooit meer voor u!
Kook je graag?
Ik kook niet graag.
Ik…, kook wanneer ik van streek ben.
Kook de spaghetti volgens de instructies op de verpakking.
Kook rijst, laat het water eruit lopen en spoel het af met koud water.