INVINCIBLE - vertaling in Nederlands

• onoverwinnelijk
• onverslaanbaar
• invincible
• onkwetsbaar
• onverwoestbaar
• onoverwinnelijke
• verslagen

Voorbeelden van het gebruik van Invincible in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Une grande famille invincible.
Eén groot, onstuitbaar, gelukkig gezin.

Tu te crois invincible, mais c'est faux.
Je denkt onoverwinnelijk te zijn, maar dat ben je niet.

Avec maman l'invincible?
Met onzichtbare mammie?

Pour devenir invincible?
Om onstuitbaar te worden?

Invincible, apportant la misère où que j'aille.
Onsterfelijk, en ellende brengend, waar ik kom.

Je suis encore invincible.
Ik ben nog steeds kogelvrij.

Alors dissuade-le de croire qu'il est invincible.
Praat hem dan het denkbeeld af dat hij onzichtbaar is.

Tu sais que tu n'es pas invincible?
Je weet dat je niet onkwetsbaar bent,?

Je vais te transformer en guerrier invincible.
Ik ga een echte vechter van je maken.

Elle est invincible.
Zij is een krachtpatster.

Oui. Je suis invincible!
Ja, ik ben kogelvrij.

Sois invincible.
Wees een natuurkracht.

Se pensait-il probablement invincible.
Dacht waarschijnlijk dat hij onoverwinnelijk was.

le Mirakuru rendait un homme presque invincible.
een man met Mirakuru bijna niet te stoppen is.

Ce coupe-jambon est invincible.
Deze snijmachine is ontembaar.

Je me suis demandée ce qui le rendait si invincible.
Ik wist niet waarom hij zo onverwoestbaar was.

Vous n'êtes pas invincible, dans cette réalité, Cole.
Hier ben je niet onsterfelijk, Cole.

tu n'es pas invincible.
maar niet onsterfelijk.

Celui qui possède Excalibur est invincible.
Tegen degene die Excalibur heeft, kan niemand op.

la Bête n'est pas invincible.
het Beest niet onoverwinnelijk is.