Voorbeelden van het gebruik van Abram in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Alzo toog Abram op uit Egypte naar het zuiden,
En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam,
De bureaucratie van New York is de religie die Abram achter zich liet.
Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath.
Wát weet je, Abram?
Wát weet je, Abram?
Wat weet je ervan, Abram?
Hoe is het met Abram?
Weet je wie Abram Sokolov is?
Wat weet je ervan, Abram?
Hoe gaat het nu met Abram?
En Abram was 75 jaar oud.
Abram had veel vee, zilver en goud.
Joe en Lisa en Daniel en Abram en Tye en Delondra.
In 1925 werkte hij onder Abram Joffe aan verschillende vraagstukken rond radioactiviteit.
Toen Terah 70 was, kreeg hij drie zonen: Abram, Nahor en Haran.
Abram gehoorzaamde de HERE
zei:"Wees niet bang Abram, want Ik zal u beschermen en zegenen.
En Abram was zes en tachtig jaren oud,
Dat sterke gevoel van eigenwaarde maakte Abram zo'n vriend van God.