Voorbeelden van het gebruik van Arend in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En Arend Brown?
Ik zei,'De arend om te leiden'?
Ik zag deze arend.
Zijn naam is Arend Brown.
Ik zei net dat het een arend was.
Waarom noemt hij zichzelf"Arend"?
Ik heb ooit een arend gebakken.
Oh, het is een arend.
Ik ben erg boos op arend.
Raven vlucht Vliegen als een arend, of op zijn minst als een raaf.
Arend. Nee, nee, nee.
Je arend?
Toen zag ik dat het geen arend was, maar een zwarte slang.
Arend bovenaan.
Arend. Aap. Ik hou 't niet.
Ja, half arend, half leeuw.
Maya. Haai of arend, wat wil je zijn?
Haai of arend, wat ben je liever?
Arend. Valk.
Oké, dus arend, anker, globe… Hij is een marinier.