Voorbeelden van het gebruik van Chefs in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb drie hysterische chefs.
Praat met je chefs.
We zijn we gewoon twee chefs die proberen de top te bereiken.
Je chefs weten het niet.
Hoge punten van al je chefs.
We krijgen twee nieuwe chefs in Flint.
Het is onmogelijk. Mijn chefs hadden toch gelijk.
Nee, die weten het niet. Weten de chefs het?
En alle andere chefs zullen dat ook doen.
Bedank ze, maar briljante chefs horen in de keuken.
Maar hij wil de moordenaar van Carnot hebben… voordat wij aan onze chefs rapporteren.
Deze missie is ons opgedragen door de verenigde chefs van staven.
Veel mensen hebben butlers en chefs.
Goedemorgen, chefs.
zullen uw chefs niet zeggen.
Ik noem ze'chefs zoute chocolaballen.
Het eten truck bedrijf trekt veel avontuurlijke mensen- zowel als chefs/ ondernemers en klanten.
Eten, chefs.
Ik wil de verslagen beoordelen voordat ze naar je chefs gaan.
soldaten, chefs, hostesses en de school.