Voorbeelden van het gebruik van Efficient in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij was gedisciplineerd, had oog voor details, efficient.
Je wordt er erg efficient van.
dit professioneel was,… efficient, volwassen, meewerkend.
Het toont me hoe efficient ik rij.
Heel efficient.
Eenmaal in de lever wordt de glucose efficient verwerkt.
We zijn klein, maar efficient.
Bij menselijk ongedierte zou het net zo efficient zijn.
Dat zou niet erg efficient zijn.
Al deze “stads-staten” zijn verbonden door een efficient wegennet.
Hij is efficient, veeleisend en wat nog erger is: geduldig.
Heel mooi, heel efficient.
Een GPS eenheden maakt duidelijk jullie meer tanken efficient?
Een leeg bureau is een efficient bureau!
Ja, hij is zo efficient.
kunnen wij uw paard ook snel en efficient vervoeren.
In het kader van haar programma “SEM 2000”-programma(“Sound and efficient management” of gezond en doelmatig beheer) geeft de Commissie een hoge prioriteit aan de evaluatie van haar activiteiten.
Efficient: E-mail naar verzend ons tijdens woking tijd,
de betrokken bevolkingsgroepen zo efficient mogelijk worden geholpen.
Adequate and efficient management of a private enterprise in a capitalist adequaat