Voorbeelden van het gebruik van Eitje in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
is dit een eitje.
Ze bakt een heerlijk eitje.
Na het eitje, nooit voor het eten.
Het is niet eens mij eitje.
Zo is het. Jamaica is een eitje.
Zie je, ik wil meer dan een eitje.
De regering is 'n eitje.
Het eitje zit meestal in de oven.
Wil je jouw eitje gebruiken?
Het is maar een eitje.
De rest was een eitje.
Na spijkerschrift is dit een eitje.
Geen enkel eitje was levensvatbaar.
En een eitje.
Iemand chanteren is geen eitje.
Het probleem is, dat het laatst overgebleven eitje al bevrucht is.
Moet ik een eitje aan de Waltons geven?
We moeten het eitje zoeken.
Dit wordt een eitje.
Mijn eitje.