Voorbeelden van het gebruik van Eitje in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het was niets, maar als eitje voor je, niet?
Eitje. Hè, Mike?
Eitje kreeg de opdracht contacten te onderhouden met de Nederlandse overheidsinstanties.
We noemen het eitje in de mand.
Deze intuïtieve leeservaring maakt het navigeren door artikelen een eitje.
Je zei dat 't een eitje was.
Hier Riku, neem mijn gebakken eitje maar.
Jij gegarandeerde me dat dit een eitje was!
Daar doen ze dingen waarbij dit een eitje lijkt.
Marcus, wat een ongelooflijke dag. Eitje.
Dit wordt een eitje, oké?
Wij noemden het eitje in een mandje.
Check-in en check-out waren beiden een eitje.
Joy en Darnell waren 'n eitje.
Kaden breekt eerst 'n eitje.
Maar het was een eitje vergeleken met dit.
Recept Kroonjuweel: gemarmerd eitje met biet en augurken.
Bankieren met Mister Winnaar casino is een eitje.
Oke, dit is een eitje.
De missie had een eitje moeten zijn.