Voorbeelden van het gebruik van Expres in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb het niet expres gedaan.
Ik doe het niet expres.
Je deed dit expres.
Ik heb expres niet gegeten.
Wat als hij het niet expres deed?
Ik kan niet expres verliezen.
ik gebruik dit gebed expres.
Heb ik expres verloren?
Je hebt hem expres gemist.
Hij deed het expres.
Kopen mensen deze drug expres?
Je hebt me expres geraakt!
Ray gaat morgen expres verliezen.
Ik dacht dat hij het expres deed….
Lord Benton verhongert die mannen expres.
Je doet het expres.
Ze heeft het toch niet expres gedaan?
Ik heb het toch niet expres gedaan?
Ik schoot expres naast.
Om mij te straffen. Ze deden het expres.