FAKKELS - vertaling in Duits

• Fackeln
• Flares
• Taschenlampe
• Schweißbrenner
• Leuchtfackeln
• Handfackeln
• Leuchtsignale

Voorbeelden van het gebruik van Fakkels in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Drie fakkels.
Drei Fackeln.

We hebben meer fakkels nodig.
Wir brauchen mehr Fackeln.

Hij komt niet in de buurt van de vlammen. De fakkels werken!
Sie werden den Flammen nicht nahe kommen. Die Fackeln funktionieren!

We willen twee fakkels.
Wir brauchen zwei Fackeln.

Straal de tafel en fakkels omlaag.
Beamen Sie den Tisch und die Fackeln runter.

Naru, we hebben de fakkels niet nodig.
Naru, wir brauchen die Fackeln nicht.

Let op je fakkels.
Passt auf Eure Fackeln auf.

Fakkels trekken de aandacht.
Fackeln erregen Aufmerksamkeit.

Heb je iets brandbaars? Fakkels of zoiets?
Hast du brennbares Zeug, Fackeln oder so?

Je weet toch wel dat ik die fakkels nog heb?
Du weißt, dass ich immer noch diese Fackeln habe, oder?

Solar laders zonne-energie bank met fakkels contact opnemen.
Solar-Ladegeräte solar Powerbank mit Fackeln Kontaktieren jetzt.

Iemand kan nooit genoeg fakkels hebben.
Man kann nie genug Fackeln haben.

En nu is het net of ik met fakkels jongleer boven een vulkaan.
Jetzt ist es, als müsste ich die Fackeln über einem Vulkan jonglieren.

Wij noemen datnair. Fakkels.
Wir nennen sie Nae. Fackeln.

Vergeet je fakkels met mij.
Vergiss deine Fackel, ich habe das.

Nooduitgang, noodverlichting en markering, fakkels.
Notausstiege, Beleuchtung und Markierung, Taschenlampen.

steek de fakkels aan.
zünde die Fackel an.

Fakkels geleid Beta,
Taschenlampen geführt Beta,

De fakkels branden.
Die Ölfackeln brennen.

Jongens, Ik heb fakkels gevonden! Een hele kist vol!
Hey, Leute, hab Kerzen gefunden,'ne ganze Kiste voll!