Voorbeelden van het gebruik van Gerda in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gerda, het is goed.
De zoon van Gerda, mijn secretaresse.
Gerda doet het heel goed op school.
En alles wat Gerda zegt, is: Waarom ben je zo laat op pad?
En natuurlijk, mijn vriendinnetje Gerda.
Hij en zijn vrouw Gerda hadden geen kinderen.
Ondertiteling Visiontext: Gerda Pancras.
Ik ben Gerda.
Anus, waar is Gerda?
Otto? Jij past op Gerda.
Wat is er toen eigenlijk met Gerda gebeurd?
Het gaat over Gerda.
Ik werk al met Gerda.
Gerda's ziet Rasmussen.
Jimmy Choo GERDA, Is een nieuwe naakt glitter-mix sandaal voor Jimmy Choo.
Asjeblieft gerda.
Gerda wel.
Gerda, wacht.
Gerda is stervende.
Voorzichtig, Gerda.