Voorbeelden van het gebruik van Hap in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ja. Hap en ik.
Nee, nog een hap.
Neem verdomme een hap.
Als je'held' zegt, nemen we een hap.
Daar zou ik een hap van willen.
Ik hap. 24 uur waarvoor?
Dat is onze gids, Hap.
Wie wil er een hap uit mij?
Het is als een jeugdherinnering. Een hap uit oma's koekjes.
Ik bedoel, die eerste hap.
Alex zegt de hele tijd dat ze een hap moet nemen.
Ik hap wel. Oké, nou.
Nee, ik zeg alleen dat Hap verdacht is.
En Joe nam z'n eerste hap.
Bedankt. Eén hap.
Nog even en iemand neemt een hap van je.
Hier is jullie Duitse hap.
Goed, Raylan. Ik hap toe.
We moeten met Hap praten.
Ze hebben letterlijk geen hap.