Voorbeelden van het gebruik van Hij betaalt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij betaalt mijn auto, de huur
Gino, hij betaalt.
Wie hij betaalt of waarom, ik weet het niet.
Hij betaalt niet meer voor u.
Zorg dat hij betaalt.
Hij betaalt me.
En hij betaalt je?
Ik zorg dat hij betaalt.
En hij betaalt me.
Ja, hij betaalt.
De producent. Stu? Hij betaalt je uit eigen zak.
Champagne. Hij betaalt.
Ja, hij betaalt me.
En hij betaalt altijd contant?
Hij betaalt alles!
En hij betaalt jouw aandeel.
Of liever, hij betaalt graag voor een zalvende tong.
Hij betaalt je?