Voorbeelden van het gebruik van Juichten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
de mensen klapten en juichten toen we langskwamen.
Maar de ambassadeur, tja, die nam het niet zo goed op. Onze Franse edelen juichten.
Krijg ik niet juichten in New York heel vaak, dus dit is een zeldzame traktatie voor mij deze avond.
We juichten samen, we… we tuimelden samen, we dolden samen.
mensen juichten zodra het lied kwam op de radio,
Wat het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen betreft, juichten beide partijen de aanneming toe van de in het vijfjarig actieplan geïntroduceerde nieuwe strategie,
Ook juichten zij in hun verklaring van 26 november het feit toe dat het FMLN op
In een gemeenschappelijke verklaring van 9 september juichten de Gemeenschap en haar Lid-Staten de verklaring van 5 september toe betreffende de erkenning van de onafhankelijkheid van Belize door de regering van Guatemala 4.
minister van Buitenlandse Zaken Amr Musa juichten de wens van de Unie om een grotere rol in het vredesproces te spelen,
De ministers juichten toe dat de president van de Servische Republiek,
In dit verband juichten beide partijen de inspanningen van de secretaris-generaal van de VN toe om de situatie te analyseren
Alle delegaties juichten het initiatief van het voorzitterschap toe om een debat op gang te brengen over de vraag hoe de landbouw moet bijdragen tot de doelstellingen van de EU 2020-strategie op het gebied van klimaatverandering.
De delegaties juichten het voortgangsverslag in het algemeen toe
de mensen dat zagen, juichten zij van blijdschap en wierpen zich op de grond voor de HERE.
Ze juichten niet!
Hoe ze juichten.
Ze juichten helemaal niet!
Ze juichten voor me.
En kids, ze juichten echt.
Wat juichten we toen ze tolden.