Voorbeelden van het gebruik van Kar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Er is een andere parameter' aparte kar voor elke sub Store.
Adam, ga Sean helpen om de kar te ontladen.
Eli, haal de kar.
Breng deze nikkers naar m'n kar.
Ik ga je helpen om die kar te bouwen.
Iets van de kar, liefjes?
Span de kar niet voor 't paard.
Het spijt me, Kar.
aandeel kar voor 18 gat.
Jij blijft bij de kar.
Ik was op het Plaza d'Italia. Daar lag een slaapzak op 'n kar.
Ik neem de kar.
Deze kar is alles dat ik nog heb.
Tot ziens, Kar.
Iets van de kar?
Teddy, deze kar is perfect.
Jij duwde mij uit de kar.
Het is de kar van de Schot.
Jij bent de volgende, Kar.
Ik trek zelf kar.