KARREN - vertaling in Duits

Wagen
auto
truck
kar
durven
rijtuig
voertuig
wagon
vrachtwagen
trolley
karretje
Karren
wagen
kar
karretje
auto's
kruiwagen
brengen
huifkarren
carts
fahren
gaan
rijden
brengen
vertrekken
varen
besturen
reizen
lift
nemen
autorijden
im Fuhrgeschäft
Transportwagen
dolly
karren

Voorbeelden van het gebruik van Karren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Iedereen krijgt huizen, karren en paarden.
Alle haben Häuser, Wagen und Pferde bekommen.
U weet wat de karren kosten.
Sie wissen, was die Wagen kosten.
Bedankt Vince, karren maar.
Vielen Dank, Vince, fahr los.
Clarke… de karren. Wat is dit, verdorie?
Clarke. Die Loren. Was zur Hölle ist das?
Op treinen, karren, kratten, melkflessen,
Handwagen, Kisten, Milchflaschen,
Waarom niet één van de karren die rondslingeren op het terrein?
Warum keinen von den Rods, die auf dem Parkplatz rumstehen?
Ivan Ivanovitsj, de karren zijn gekomen!
Ivan lvanovitsch, die Zufuhr ist da!
Waltzers hebben meestal 10 karren.
Die Art hat in der Regel 10 Randschilde.
We zoeken geen vermiste karren.
Wir suchen keine abhandengekommen Imbisswagen.
Waar zijn de karren?
Wo sind die Zigeunerwagen?
Paarden werden gebruikt voor transport en als aandrijving voor karren.
Und als Zugtiere für Wagen. Pferde dienten dem Transport.
We verkopen die karren en afgelopen.
Wir verkaufen die Autos und fertig.
Blokeer de pas met de karren.
Blockiert den Pass mit Karren!
Er was een oude man die de karren duwde.
Da war dieser alter Mann, er schob die Karre.
Karren hebben een lange geschiedenis.
Pferderennen haben eine lange Geschichte.
Dennis Hopper, karren met die bak.
Schaff die Karre weg. Dennis Hopper.
ze zullen karren sturen.
bald soll Zufuhr kommen.
Embellishments/ Verzierungen Die losse vellen karren, putten, kruiwagens.
Embellishments/ Verzierungen Stanzbogen Bollerwagen, Brunnen, Schubkarren.
Een beetje door de stad karren en TV's solderen.
Ich sollte durch die Gegend düsen und Fernseher reparieren.
Ten derde… Hup, karren.
Punkt drei… Na los, ab Marsch!
Uitslagen: 146, Tijd: 0.0605

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits