Voorbeelden van het gebruik van Koek in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
krijg je koek en een kusje.
Steelt de koek en eet hem ook.
Waar is m'n kusje en m'n koek?
Witte tot gebroken witte, gelyofiliseerde koek of poeder.
Tommy… iedereen wil een deel van deze koek.
Speculanten willen ook een stukje van deze koek.
Goed, tijd voor een kopje koffie en een koek.
Maar die kuttenkop verneukt zo elke koek de we samen gegeten hebben.
Uw cappuccino en koek.
Hij eet niet zulke koek.
Ik heb de koek opgegeten.
Ik zorg voor koffie en koek.
Ik ben bang dat we geen koek hebben.
Ze aten koek bij de thee.
Verduister je koek of geld, Harvey?
Koek stierf enkele jaren later arm en berooid.
Vroeger werd de koek ook wel in andere recepten verwerkt, bijvoorbeeld in vleesgerechten.
Koek volgde een opleiding aan de kunstacademie.
Koek en haar partner Kakelaar werden opgepakt.
Paul Koek groeide op in Roelofarendsveen.