Voorbeelden van het gebruik van Koets in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wanneer mogen we in de koets rijden?
Even later zitten we samen in een koets te spelen.
Je hebt toch geen echte koets?
Ik heb dat paard en koets nodig.
In de koets, jongen.
In de koets of de faëton?
Die koets had hier nu toch al moeten zijn?- Ja, mevrouw?
Genoeg over de koets.
Ik krijg mijn paard en koets niet.
Heel goed. Jullie koets wacht.
Een koets zonder paard.
De koets is teruggereden naar Casa Verde.
Pap. Je koets, fraaie dochter!
Maar de koets naar Santa Fe rijdt niet meer vanwege de Apaches.
Morgen, als ik je de koets geef.
Kapitein uw koets wacht.
Dichte koets, gordijntjes naar beneden!
De koets laadt zichzelf niet in.
Dat zij onze koets krijgt.
En stuurde me in een koets.