Voorbeelden van het gebruik van Koevoet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb hier een koevoet.
Laat die koevoet vallen.
En vergeet geen hamer, een koevoet en een draagbare radio.
Moordwapen was een koevoet.
Moordwapen was een koevoet.
Dat was een koevoet.
Hij sloeg een man in koelen bloede dood met een koevoet.
Of een koevoet.
Ik heb een koevoet.
Nee, ik ben meneer Koevoet.
Zoals een vent met een koevoet.
Kom hier met deze koevoet.
Waar is ie?- Pak de koevoet.
En toen brachten ze de koevoet en de ram.
Grijp de koevoet.
Al is het wel een dergelijke koevoet.
Geef me de koevoet.
Geef me de koevoet.
Geef de koevoet.
Snijbrander, bijl, koevoet.