Voorbeelden van het gebruik van Krabt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Eens kijken wie zich het eerst krabt, oké?
het niet gemakkelijk krabt.
Het jeukt als je krabt en het jeukt als je niet krabt.
Als je je neus krabt, ga je dood.
En hij krabt op zijn hoofd.
Je krabt ganse dagen aan je reet.
Je krabt mijn ogen er uit!
Ze krabt haar oor als ze niks heeft.
Ze krabt aan het oppervlak.
Hij krabt aan z'n handen.
Jij krabt, ik niet. Ik?
Hij krabt de achterkant van zijn hoofd, als hij bluft. Wie?
Je krabt omdat je luizen hebt.
Ze zucht en schreeuwt en krabt mijn rug.
ze knijpt en krabt.
Voorkom dat uw elleboog krabt.
Ze blaft, kwijlt en krabt.
De Eend werkt altijd met die gast die de achterkant van z'n nek krabt.
Een man die z'n schouder krabt.
Een aap die zichzelf krabt.