Voorbeelden van het gebruik van Krijger in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil dat hij een krijger wordt.
Mag ik vragen wie die krijger is?
Je hebt de moed van een krijger, Jonas Quinn.
Dat ik zei dat ik 'n krijger wilde worden.
De waarheid is dat jij de krijger bent.
De weg van de krijger.
niet voor een jonge krijger.
Ik heb vertrouwen in zijn kunde als krijger.
Ik zal Wicket laten zien dat ik wel een krijger ben.
In mijn borst klopt 't hart van 'n krijger.
is een krijger.
De zoon van een krijger moet niet fronsen.
Orm is de minst ervaren krijger in Norheim.
Ik ben genezer, geen krijger.
Je hebt de geest van een krijger en dat is goed.
Zonder mij. Je bent een krijger, Will.
Je bent een getrainde krijger.
Ik zag de geest… van een krijger.
Vandaag ben ik een krijger.
Lk neem Sebastian mee als je dat wilt. Rayne is een krijger.