Voorbeelden van het gebruik van Loopjongen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben maar een loopjongen.
Ze noemen me een loopjongen.
Hij is een loopjongen.
Wat is het voor iemand?-De nieuwe loopjongen.
Wat ik niet doe. Ik ben je loopjongen niet.
Ik blijf je loopjongen.
Doe het voortaan zelf en stuur niet je loopjongen.
Don Shoemaker. Hij is een loopjongen.
Lk ben gewoon een loopjongen.
Maar jij was zijn loopjongen.
Omdat we de loopjongen pakten?
Een loopjongen? Nou?
Ben je Carla's loopjongen?
Werk je als loopjongen?
Ik ben maar een loopjongen.
Beide de loopjongen.
De loopjongen is er!
Heb je alweer een nieuwe loopjongen? Leg het wapen neer?
Dus je bent Schmidts nieuwe loopjongen.
ben ik je loopjongen niet meer.