Voorbeelden van het gebruik van Markus in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik had met Markus mee moeten gaan.
Hij is van ene Markus Schober, veroordeeld voor heling en wapen smokkel.
Zoals Markus, als de levenden niet meer kunnen praten.
Kent u een man genaamd Markus Ludik? Goedemorgen, meneer?
Als Markus iet overkomt.
Heinz heeft gezegd dat hij Markus in het Huis van de Zee" zou verstoppen!
Maar dat hij Markus werkelijk zou ontvoeren!
Hoe zit het met die Markus? Wat is er in Manchester gebeurd?
Er zijn drie fouten in twee verzen van Markus.
We hebben zojuist geluisterd naar het evangelie volgens Markus.
Wat weten we over Markus Keen?
Voor Emmenthaler, van Markus en Mathilde.
Stuur een vrouw inplaats van Diana Markus.
je boos was vergeleken met Markus gisteravond.
Het evangelie van Markus?
Ben jij bij Markus?
Door ene Markus Salling.
Misschien kun je Markus meenemen?
Ja, hij heeft Markus meegenomen!
Ja. Wat bedoel je, ze hebben Markus?