Voorbeelden van het gebruik van Merk je in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat merk je wel toch?
Dat merk je wel tijdens het feest.
Dat merk je straks wel.
Dat merk je volgende week wel.
Merk je dat?
Merk je helemaal niets anders?
Dat merk je toch?
Merk je niet iets vreemds op aan haar laarzen?
Dat merk je snel genoeg.
Merk je wat anders aan de foto's?
Merk je hier vandaag iets vreemds?
Dat merk je echt als je van buiten de stad komt.
Merk je dat dan niet?
Dat merk je als de tijd daar is.
Waarom?-Dat merk je nog wel.
Merk je niet dat iedereen je uitlacht?
Dat merk je.
Dan merk je dat je moeder je niet aankijkt.
En B als ik dat doe, merk je dat wel.
Raak me eens aan, dan merk je het vanzelf.