Voorbeelden van het gebruik van Mier in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat je hebt is geen mier, maar een rat.
Niemand houdt van een slimme mier.
was de mier.
Ik ruik een mier.
Een indrukwekkende kooi. Mier, laars.
De cicade en de mier.
Gary Mitchell was een mier.
Een indrukwekkende kooi. Mier, laars.
bedreigingen via e-mail en via de telefoon, mier diefstal bedrijven, enz.
Dat mier is een stuk stront
Dezelfde mier doet niet haar hele leven dezelfde taak.
Maar één mier heeft slechts weet van drie.
Mieren kolonie is één mier in het centrum en is belangrijker dan de anderen.
Hoe kijkt de leeuw tegen de mier aan? Wat mijzelf betreft.
Een mier heeft geen onenigheid met een laars.
De mier, de mens.
De sprinkhaan klopte op de deur van de mier, en de mier zei tegen hem.
En waarom deed die mier dat?
Iedereen weet dat een mier.
Hij kan op deze weg nog geen mier doden.