Voorbeelden van het gebruik van Mongool in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hé, jij, Mongool.
Die mongool noemt al haar kippen Denise.
Je rijdt als een Mongool, niet als een prinses.
Is dat een mongool die zijn droom wil waarmaken?
Denk je dat het een mongool is die zijn droom wil waarmaken?
Mongool, zorg dat je pistool werkt,
Gehandicapt of mongool, dat is toch hetzelfde!
Noemde mammie me nou net een mongool?
Jij hebt geen strafblad mongool.
Ik ben verliefd op een mongool.
Zet de motor uit, mongool.
Kan je het raam niet dicht doen, mongool?
Ik haat het woord mongool.
Strabo. Je vader vindt je een mongool.
is een mongool.
Ja, wat een mongool.
Dit is geen duikboot he, mongool.
Het is geen speelgoed, mongool.
Ik ben toch geen mongool.
Mensen zijn op zoek naar een groep met een mongool.