Voorbeelden van het gebruik van Nabijheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik weiger te eten in de nabijheid van dit boek.
Geluidsniveau in de nabijheid van voertuigen.
Nabijheid: 20 hoogte,
Ik geniet van je nabijheid.
Je zoon werd in de nabijheid gezien.
Nu zitten we met deze onverdiende nabijheid.
Zet dit in de nabijheid van de Metgezel.
Voeren dag en nacht… hun plicht uit… In de directe nabijheid van de vijand.
Ik weet zeker dat mijn nabijheid goed voor hem is.
Onze moordenaar is een student van jou, iemand in je nabijheid.
Alleen niet in jouw nabijheid.
Geen andere teken van activiteit in de nabijheid.
Volume, nabijheid en herhaling.
Ik mis je nabijheid.
Het wordt warm in gods nabijheid. Zo vind ik hem.
De nabijheid van de keuken gaf de doorslag.
Ons plan hangt af van jouw nabijheid bij de President, we hebben je daar nodig.
Zijn nabijheid moet een factor zijn.
Nabijheid van de zee is gunstig,
Vossem is gelegen in de nabijheid van de voormalige RAF-vliegveld Wildenrath.