NACHBARSCHAFT - vertaling in Nederlands

buurt
nähe
gegend
nachbarschaft
fern
viertel
nahe
hier
umgebung
annähernd
stadtteil
wijk
stadtteil
viertel
bezirk
nachbarschaft
stadtviertel
gegend
ortsteil
siedlung
stadtbezirk
quartier
nabuurschap
nachbarschaft
nachbarschaftspolitik
enp-region
nachbarschaftsregion
nachbarländer
omgeving
umgebung
nähe
umfeld
gegend
umwelt
bereich
nachbarschaft
atmosphäre
ambiente
umkreis
nabijheid
nähe
nachbarschaft
umgebung
entfernungen
bürgernähe
nabuurschapsbeleid
nachbarschaftspolitik
nachbarschaft
ENP
nach barschaftspolitik
buurlanden
nachbarland
nachbarstaat
nachbar
benachbarten
buren
nachbar
nachbarschaft
zur nachbarin
buurten
nachbar
nachbarschaft
zur nachbarin

Voorbeelden van het gebruik van Nachbarschaft in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Die Nachbarschaft hab ich gratis.
De buren krijg ik er gratis bij.
Wenn das eure Nachbarschaft wäre, was würdet ihr tun?
Als dit jouw wijk was, wat zou jij doen?
Sie verteilen sich über die Kontinentalabhänge oder leben in der Nachbarschaft von Seebergen.
Zij komen voor op de continentale hellingen of in de nabijheid van onderzeese bergen.
dass du König der Nachbarschaft bist.
jij de koning bent van onze buurt.
Südliche Nachbarschaft.
Zuidelijke buurlanden.
Gute Häuser in guter Nachbarschaft sind nicht dagegen gefeit,
Huizen in goede buurten zijn niet immuun
Erweiterung, Nachbarschaft und Russland.
Uitbreiding, nabuurschap en Rusland.
In unmittelbarer Nachbarschaft zum Nationalpark Hohe Tauern.
In de directe omgeving van het nationale park Hohe Tauern.
Unsere ganze Nachbarschaft ist arm.
Onze hele wijk is arm.
Auf gute Nachbarschaft.
Op goede buren.
Bordelle häufig in direkter Nachbarschaft anzutreffen.
bordelen vaak direct in elkaars nabijheid te vinden.
Ich bin neu in der Nachbarschaft.
Ik ben nieuw in de buurt.
Nur in der Nachbarschaft.
Enkel in de buurten.
Ich denke, Ihnen gefällt… die Nachbarschaft, Mr. Callen.
Ik denk dat de omgeving u wel zal bevallen, Mr Callen.
Europäische Nachbarschaft und Russland.
Europees nabuurschap en Rusland.
Wir sind die Nachbarschaft.
Wij zijn de buren.
Das ist meine Nachbarschaft.
Dit is mijn wijk.
Manchmal liegt sie nur in der Nachbarschaft eines Hafens.
Traditioneel is de plaats in de nabijheid van de haven.
Nicht in meiner Nachbarschaft.
Niet in mijn buurt.
der sagen darf, welche Nachbarschaft zurückkommen sollte?!
om te zeggen welke buurten terug moeten komen!
Uitslagen: 1793, Tijd: 0.2449

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands