Voorbeelden van het gebruik van Ontspan in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wanneer ontspan je nou eens een beetje?
Ontspan gewoon. Zo lijkt het niet.
Schat, waarom ontspan jij je niet en ga je niet iets bakken?
Ontspan uw hand, ik doe het voor u.
Ontspan je nou eens, want ik word gek van je.
Ontspan en vertel mij wat er aan de hand is.
Ontspan, ik ben ook niet dom.
Ontspan jij maar.
Ontspan je. Rustig.
Ontspan je toch eens wat?
Waarom ontspan je je niet?
Ontspan je. Je bent nu thuis.
Ontspan je been.
Ontspan je, Gardiner.
GameStop en Ontspan de Rug.
Ontspan je, het is goed, ontspan je maar.
Ontspan zelf!
En ontspan. Wees jezelf, geef antwoord op de vragen.
Ontspan je. Bedankt.
Dus waarom ontspan je niet even en eet je wat sexy kreeft?