Voorbeelden van het gebruik van Opscheppen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Laten we er niet over opscheppen.
Zoals opscheppen over met wie ze seks hebben.
Ik wil niet opscheppen, maar dat is m'n specialiteit.
Alleen jij zou opscheppen over meerdere arrestaties, sufferd.
het is niet opscheppen.
Opscheppen doe ik nooit.
Hij kon niet eens over zijn kinderen opscheppen.
Ik wil niet opscheppen, maar het zijn twee Michelinsterren.
We weten beiden dat gevangenen opscheppen onder elkaar.
Ze geven alleen om geld, opscheppen en hun bedrijf.
Ze was vast de hele tijd aan het opscheppen.
Ik wil niet opscheppen, maar mijn gereedschap is groter.
Ik zei: Niet opscheppen voor de koffie.
Dat is opscheppen.
Misschien was hij gewoon aan het opscheppen.
Maar ik wil niet opscheppen.
Met seks kan ik opscheppen tegenover m'n vrienden.
Hij was niet enkel aan het opscheppen.
Het is geen opscheppen als het waar is.
Ik wil opscheppen.