Voorbeelden van het gebruik van Peter in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jeff en Peter laten ons hun hapjes proeven.
Peter, waar gaan we heen?
Dus Peter had zijn broer onder een sneltoets. Oke.
Welkom, Peter, Johannes.
Peter we zijn geen winkel.
Toen Peter werd geboren, waren zijn schouders te breed.
Peter zegt, dat u goed bent.
Jullie willen Peter, nietwaar?
En jij, Peter, wordt de rots waar ik mijn kerk op bouw.
Peter was mijn mentor.
Peter heeft zijn ballen pijn gedaan denk ik. Hoorde je dat?
Peter heeft net gekakt op de parking.
Peter, ik… Ik wil geen enkel excuus meer horen.
Peter, ik beveel je, maak die deur open.
Peter, ik heb je vader verlaten.
Agent Peter, ik moet minister Kanin nu spreken. Goedendag.
Die met Peter Griffin praat.
Ze moet ook de kerk besturen na zijn dood. Maar Peter wil dat niet,?
Ik raak mezelf kwijt, Peter.
Peter Pan?-Ja, dat is het.