Voorbeelden van het gebruik van Plunderen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Voor mij is dat het plunderen.
En ik mag plunderen en verminken.
Moeten we ze niet plunderen?
Ik heb 'n penning voor plunderen.
Nou… Plunderen natuurlijk.
Dat is plunderen.
Ik zal Wessex met u plunderen.
We zullen niet teisteren of plunderen.
Ik moest je kast plunderen.
Mama.- We plunderen de supermarkt!
Ik laat m'n mannen vanavond de mijnen plunderen.
Martelen ze hun gevangenen. Wreed, slecht, hebzuchtig, plunderen ze vreedzame steden.
Nu breken ze in en plunderen de keet.
De Engelsen plunderen Cotentin.
We zijn geen dieven. Aangezien we niet mogen plunderen.
moorden, plunderen en oogsten vernietigen.
Ik kan horen… Hoor ik hem boven plunderen?
Ik ga de keuken plunderen.
Cornwalum plunderen, ja.
Zo vaak plunderen we onze bankrekening om rond te komen.